Het wezenlijke verschil tussen aardewerk, steengoed en porcellanato zit hem in de mate waarin water wordt opgenomen. Villeroy & Boch heeft in zijn tegelassortiment:

Aardewerk wordt in principe gebruikt als wandbekleding. Voor de productie worden o.a. diverse soorten klei, kwarts en kalksteen gebruikt. Een voordeel van deze tegelsoort is dat er gemakkelijk in kan worden geboord en gesneden.

Geglazuurd steengoed en porcellanato kan worden gebruikt als vloer- en als wandbekleding. Voor de productie worden o.a. diverse soorten klei, kwarts en veldspaat gebruikt.

Normaliter wordt slijtage van vloeren veroorzaakt door zand- en andere vuildeeltjes die zich aan schoenzolen hechten en bij loop- en draaibewegingen werken als schuurpoeder onder hoge druk. Omdat de slijtvastheid van het oppervlak niet bij alle glazuren gelijk is, worden de geglazuurde steengoed- en porcellanato tegels ingedeeld in vijf groepen van uiteenlopende belastbaarheid, de zogeheten slijtgroepen 1 (van lichte belasting) tot 5 (sterke belasting), en overeenkomstig gekenmerkt.

Ongeglazuurd porcellanato heeft een slijtvastheid die tot de hoogste van alle vloeren behoort. Ook na tientallen jaren van intensieve belasting vertoont dit homogene materiaal nauwelijks sporen van slijtage.